Zoeken in deze blog

zaterdag 30 juni 2012

Citaat coach Clark Kent 2012 everything I say only limits the world


Posted by PicasaAlles dat ik zeg, kan de wereld alleen maar vernauwen

Everything I say, only limits the world

Soms zeg ik beter weinig of niets.


coach Clark Kent

maandag 25 juni 2012

Writersblock, writersblog en voelsprieten





































Nog geen enkel idee voor week 27 van project dementievriendelijk rusthuis of andere blog hoor, maar geen nood zulke dingen komen als vanzelf - net op tijd - 'k heb daar alle vertrouwen in. Mijn onbewuste voelsprieten zorgen daar wel voor..

en dat is geen superkracht, alleen een soort aandacht


Uw coach Clark Kent

zaterdag 23 juni 2012

Wie vindt deze T voor me?

 
Posted by Picasa

Teambuilding deze zomer, zo simpel als vat !

Week 26 van ons project dementievriendelijk rusthuis en we denken aan Covey 's 7th goede gewoonte m.n. Hou de zaag scherp.

Het was een week vol klagen en zagen zou je kunnen denken, er waren van die momenten, maar dan sta je even stil (mediteer) en ziet wat er allemaal goed ging.

Mijn persoonlijk top 3:

  • (belangrijkste) We hebben er een leuke vrijwilligster bij, Simonne, die graag werkt met mensen met dementie. Zo heeft ze niets tegen aanraken en kan ze de mogelijkheden zien ondanks alle verlies.
  • In de zaal krijgen de mensen met dementie meer aandacht door de nieuwe manier van maaltijden bedelen.
  • Maakten we als team tijd om families te helpen die deze week iemand zeer dierbaar verloren hebben. Twee mensen waren haast onderdeel van het decor zo lang waren ze hier (C werd 102).
en als een top 3 ook 5 punten mocht tellen:
  • Orde en rust keert stilaan terug na een lange periode van grote (goede) veranderingen.
  • De evaluaties zijn serieus en met zorg ingezet. We kunnen stilaan weer in de diepte gaan werken nu het puur praktische lang heeft overwogen.
Vorige week gingen we met enkelen naar de Sinksefoor, en de komende week zetten we een positief verlof in met weer een ludieke (maar ook ernstige) actie:


Want mensen die voor zwaar hulpbehoevende mensen zorgen, moeten fatsoenlijk werken en met recht en reden gecontroleerd worden, aan normen voldoen, enzovoort..
Ze krijgen van ons hoofden op hun kop over bejegening van bewoners & bezoekers, respect voor andermans gerief, hoorapparaten, gebit, rolstoelen, of het duur gerief van de organisatie..

maar we zijn allemaal mensen waarvoor de boog niet aldoor gespannen kan staan.

Daarom dees actie in de zomermaanden als zotte aanvulling op de medewerker van de maand prijs !
I rest my case
Coach Clark Kent


zondag 17 juni 2012

Meneer Doktoor, vragen over dementie en mensen met dementie

Er zitten nog héél wat blogs in mijn hoofd, en met een specifiek idee loop ik al weken rond.

In de lijn van steeds iets nieuws te doen, om het boeiend te houden, ga ik huisartsen bevragen over dementie.
Vandaag vraag ik via deze weg ook Uw hulp hierbij !
U kunt me ook vragen doorgeven !, en ik stel ze dan.

Vragen die ik al heb zijn: 

Wat is de rol van de huisarts bij het vaststellen van dementie?, 


en vooral hoe gaat een huisarts om met mensen die met dementie te maken krijgen? 


(Hoe) Vangen zij cliënten en hun omgeving op?  


Weten huisartsen zelf genoeg over dementie?, 


Werd er in hun opleiding tijd aan besteed (hoeveel?, genoeg?),


 en waren ze voorbereid op de confrontatie met achterdocht/ angst/ boosheid/ machteloosheidsgevoelens van hun cliënten met dementie?, 


Wat is hun bagage over psychologie? 


Leren ze methodes aan om met mensen met dementie om te gaan? ..en geven ze tips? (welke?).

Ook vragen naar hun persoonlijke belevingen (mogelijk verhalen) rond dementie, 


of ze vinden dat de maatschappij goed genoeg om gaat met mensen met dementie?

Zien zij al die voorspelde toename van dementie? Zijn zij er klaar voor? 


Wensen zij nog info over dementie?

Het zijn enkele voorbeelden van vragen die ik binnenkort aan onze huisartsen voorleg. Twee van hen willen hier al graag aan meewerken. Ik vraag het onze rusthuisartsen, maar ook mijn eigen huisarts en enkele artsen in de buurt ('t Stad). 

De interviews en het verwerken van de interviews zal wat tijd in beslag nemen, maar binnenkort hoop ik toch al een blog te hebben.
Vandaag doe ik een oproep aan alle lezers om me in reactie 'vragen' te geven die ik aan de heren doktoors kan stellen. U en ik samen komen vast op originele vragen die iedereen boeien, waar we het fijne van willen weten.

Mijn inspiratie is niet het boek Meneer Doktoor, want mijn vragen zullen niet gaan over het verleden, vragen zullen eerder gaan over de huidige situatie en de toekomst. Een interview lezen in het dementiecafé was de trigger. 

Wat mogen we van een huisarts verwachten?, en Wat staat ons te wachten qua dementie? zijn de invalshoeken.

Het doet me wel aan het mooie boek denken dus geef ik het tot slot nog mee:
Peter Vandekerckhove interviewde meer dan 60 oude Vlaamse dokters. De jongste was 72, de oudste 96 jaar. Terloops wordt ook de evolutie in de geneeskunde geschetst. Toch gaat het vooral om prachtige verhalen over het dagelijks leven van uw ouders en grootouders en over vragen die de mensen alleen in de vertrouwde beslotenheid van het kabinet aan hun huisdokter durfden te stellen. 
ISBN-nummer: 
 9789054669272


Onze huisartsen staan in de eerste lijn, krijgen de eerste tekenen te zien bij hun vertrouwde patiënten, en krijgen te maken met de eerste opvang. Wie zijn ze? Wat maken zij mee? Wat doen ze? Wat beweegt hen? 


Ik leer veel uit mijn dagelijkse contacten als diensthoofd met huisartsen. Zij staan midden in het dagelijkse leven, en zien de mensen thuis!


Bedankt voor uw vragen, ik kijk er naar uit.


Groetjes van  coach Clark Kent



woensdag 13 juni 2012

Fingerfood

Wis negeerde mes en vork en zat haar middageten smakelijk met haar vingers te eten.
'Kijk hoe zalig ze zit te snoepen' zei ik tegen mijn medewerkster Jen.

Maar Wis werd al vlug betrapt. 'Eet eens met je vork!, je handen worden vies Wis' zei San zacht en goed bedoeld.
Want dat is toch wat we leren, met mes en vork eten. Zo hoort het toch.

Ach we leren zoveel af wat we vroeger - als kind of jongere zeker - zo graag deden.
Bij mij thuis eten we frietjes van de frituur lekker met onze vingers. Mijn vrouw is dat zo gewoon en zij heeft mij afgeleerd om de frit met de vork te prikken - lekker toch! Behalve als ik een friet stoofvleessaus met zoete mayonaise eet, of een grote frit special, mmmm

In India eet men trouwens veel gerechten met de handen. Het hoeft helemaal niet vies te zijn.
Denk maar eens aan Tapas, zo hip en hot !
Geef maar eens Fingerfood of Fingerfoods in op Google, meer ideeën dan ik hier kan geven.
Mij gaat het er om dat mensen - hulpverleners - zich open opstellen tegenover het idee dat mensen gemakkelijker met hun handen eten - gemakkelijker nog dan met bordranden, speciale vorken, lepels, handvatten.. 
Eens je die fingerfoodbril op zet zeg je Ahaa! Juist! Why not!

We zijn niet minder mens als we met onze vingers gaan eten. Als ouderen dit al eens gemakkelijker vinden dan mag het van dit diensthoofd ook best. Ze hebben daarbij geen faalervaring en krijgen voedsel binnen met genot.
Fingerfood is ook zeer geschikt voor ouderen en voor mensen met dementie omdat die kleine porties eten en  hun dagelijkse hoeveelheid eten halen uit snacks en tussendoortjes. Laat dat nu juist uitstekende fingerfoods zijn!

En ik laat mijn medewerkers mee snoepen, die ene appelsien, dat ene youghurtje zal het niet maken.. samen eten is trouwens leuk en sociaal. Ze zijn niet vies om met de bewoners te eten, ook een hele stap hoor!

Tot hier mijn pleidooi om meer te denken aan fingerfood, lekker met je vingers eten.
Lekker kluiven aan die kippebil, knabbelen aan die sitostick, bijten in de watermeloen, druiven pikken, een plak cake snoepen, een zandkoekje kraken enzovoorts..

Creatieve groeten van 

Clark Kent


dinsdag 12 juni 2012

coach Clark Kent: Gratis Raad, Gratis Advies via coach Clark Kent - ...

coach Clark Kent: Gratis Raad, Gratis Advies via coach Clark Kent - ...: Gratis advies van een ervaren psychisch hulpverlener via deze blog ! Enige voorwaarde is 'geef het vooruit' en een +1 aanbeveling op Google. Probeer het eens !

Gratis Raad, Gratis Advies via coach Clark Kent - Pay it forward


Als je in beweging komt, vormt de weg vanzelf. 
- Lao Tse (China 500vChr.)


beste Lezers:
Vanaf vandaag breng ik mijn blogs in twee delen m.n.:


- coach Clark Kent is informatief en praktijkgericht i.v.m. alles over groeien in je leven


Self coach Clark Kent test zelf het aanbod aan zelfcoaching en kijkt wat werkt en wat niet. Je kunt mee 'doen' en beleven.


Clark Kent gaat voor deze twee unieke invalshoeken, deze coach staat op twee benen.
Ik heb genoeg cliënten in mijn praktijk, waarvoor ik dankbaar ben want een peut moet ook verdienen. Ik wens iets terug te doen voor de maatschappij ..en dus blijft deze blog helemaal openbaar en volledig gratis.
Hier geen reclame, zelfs niet voor mijn coachingbedrijf. Clark Kent blijft mr. Anomynous.


Mocht je persoonlijke vragen hebben dan kun je, gratis, het commentaarvak gebruiken en ik antwoord graag.
Als bachelor en master in psychologie en psychiatrie met twintig jaar ervaring beloof ik je een correct antwoord recht door zee ! 
Jouw tegenprestaties voor deze raad zijn ;

  • Je 'geeft voorwaarts' waarmee ik bedoel dat je mij niets verschuldigd bent, maar op jouw beurt help je 'gratis en belangeloos' een tweetal andere mensen met iets dat jij kunt doen (gras maaien, babysitten, boodschappen doen, een bezoekje brengen, iets schenken ..gelijk wat de ander nodig heeft).
  • Je deelt deze blog met vrienden, en geeft een +1 
..meer is er niet. Waar krijg je nog zo een deal tegenwoordig?
Ik zou zeggen 'probeer het eens'.

Psychisch frisse groeten van

Clark Kent


maandag 11 juni 2012

Wijsheid; Oordelen - to judge - Oordeel niet te snel.

Het aanvaardbare en het onaanvaardbare
zijn beide aanvaardbaar.
-Lao Tzu (Lao Tse, oude man in 't Chinees)

Victor M. Parachin
Baarn, 2009
Uitgeverij: Forte Uitgevers

Nederlands
Oorspronkelijke titel: Eastern wisdom for western minds
168 pagina's
Met illustraties
Bindwijze: Ingenaaid
ISBN: 978-90-5877-818-5
ASW: Algemeen boek
SISO: Oosterse wijsbegeerte (158)
EAN: 9789058778185
NUR: Spiritualiteit (728)
Trefwoord(en): Oosterse filosofie











Er woonde in het noorden van China eens een wijze en welvarende boer. Hij werd geroemd door al zijn buren voor de manier waarop hij leefde en zijn werk deed.
Na een hevige onweersbui liep hij zijn land op en zag dat zijn beste paard, een schitterende hengst, uit angst voor het onweer was uitgebroken. Het dier was nergens te vinden. De buren van de boer hoorden van het verlies en kwamen die avond hun medeleven betuigen. 'Wat een pech' zeiden ze.
Ze stonden verbaasd toen de boer zei: 'Wie weet precies wat geluk en wat pech is?'

De volgende dag kwam de hengst terug en bracht een hele kudde wilde paarden mee, allemaal sterke en snelle dieren. De buren kwamen weer aanhollen, dit keer in opperbeste stemming, en zeiden: 'Dat is nog eens boffen!' Waarop de boer zei: Wie weet precies wat geluk en wat pech is?'

Een paar dagen later reed de enige zoon van de boer op een van de wilde paarden. De merrie wierp hem uit het zadel en toen hij op de grond viel, brak hij zijn been. De vriendelijke buren kwamen de jongeman opzoeken en zeiden tegen de vader: 'Wat een pech'. En voor de derde keer antwoordde de boer: 'Wie weet precies wat geluk en wat pech is?'

Later die week trok het leger door het dorp en vertelde de dorpelingen dat er aan de grens oorlog was uitgebroken. Ze dwongen alle jongemannen uit het dorp dienst te nemen in het leger. Maar omdat de zoon van de boer zijn been had gebroken, had het leger geen belangstelling voor hem. En weer kwamen de buren en zeiden: 'Wat een geluk.' En de boer zei weer: 'Wie weet precies wat geluk en wat pech is?'

Het is in twee opzichten een leerzaam verhaal. het herinnert ons eraan dat het leven bestaat uit ups en downs, hoogte- en dieptepunten, goede tijden en slechtere tijden, vreugde en verdriet. Als we ons dat goed realiseren dan kunnen we ook slechtere tijden beter verdragen. Net als Lao Tzu kunnen we dan zeggen 'Het aanvaardbare en het onaanvaardbare zijn beide aanvaardbaar.'

Het verhaal leert ons ook dat we niet te snel moeten oordelen over wat goed is en wat slecht. Wat ons in eerste instantie voorkomt als een enorm probleem kan later een zegen blijken te zijn. In ongemak, ongeluk, verdriet en tegenslag zitten vaak onverwacht voordelen. 



Oordeel niet te snel, is de titel. 
Oordeel uitstellen dus en dat is niet het zelfde dan nooit oordelen. Maar het gevaar om plots zonder mening te vallen als je deze raad opvolgt is klein want we oordelen van nature te snel en te veel. Je moet het gewoon verstaan als leren om niet te snel te oordelen.

Clark Kent



zondag 10 juni 2012

Sinksefoor 2012, Fun met collega 's, 'teambuilding'


Teambuilding hoeft niet moeilijk, ver weg of duur te zijn - zelfs niet lang te duren. Niet iedereen moet persé komen, of wild doen. Een paar attracties 's avonds op de foor.

De boog staat voor dees hulpverleners niet aldoor gespannen.

Niks schept een band als samen gieren in het spookhuis, zwieren in de Deca Dance en doodsangsten uit te staan   ..in de XXL






Rond middernacht dan met de fiets naar huis

ná enkele gul gedeelde appel- en banaanbeignes met véél poedersuiker (ofcorse!) van Désiré de Lille,

écht Antwaarps! avondje weg






Clark Kent at zijn buikje vol


























zaterdag 9 juni 2012

Liaisonpsychiatrie/ Liaison Psychiatrie, mijn doel en missie


Deze week was het goed om te horen dat de directie op bijscholing hoorde van Pluk de Dag, Jurn Verschraegen had er reclame voor gemaakt. 

Alez, gauw nog een boekentip.
Pluk de Dag en Project Dementievriendelijk rusthuis zullen nog veel begrip kunnen opwekken voor de noden van mensen met dementie.


Vandaag deel ik met u een tekst die ik in 2011 schreef met de hulp van de studiedienst van de UA. Mijn dank aan Philippe Vanhecke, Katleen Vandendries, Rosianne Bovendaerde (UA) en Wim Legoute (AZ Ieper) voor hun know-how en feed-back waardoor deze tekst mijn betrouwbare houvast is geworden.

De man die nergens naartoe gaat, komt daar over het algemeen ook terecht.
(Dale Carnegie, schrijver van zowat het eerste zelfhulpboek, anno1936)

Ik heb een doel en een missie. 

Liaison in general means:
1.    Communication between two or more groups.
2.    Co-operation, working together.
3.    To bridge

Psychische aandoeningen in algemene ziekenhuizen en woonzorgcentra worden vaak over het hoofd gezien. Ze worden nochtans aangetroffen bij naar schatting 33 tot 50 % van de opgenomen patiënten en bewoners. Ook in ons WZC is dat het geval.

De specifieke doelstelling van de liaisonpsychiatrie is de scheiding tussen de psychiatrie en de rest van de fysische geneeskunde in het algemeen ziekenhuisen WZC  te verkleinen en de zorg voor mensen met psychische én lichamelijke aandoeningen, alsook mensen met psychiatrische problematiek te verbeteren = te zorgen voor een "liaison" of brug tussen lichaam en geest.
In de vorige blog maakte ik duidelijk dat dementie gecatalogeerd is onder psychiatrische aandoeningen met een lichamelijke oorzaak.
Ook uitbehandelde psychiatrische patiënten komen bij gebrek aan speciale opvangmogelijkheden in een psychiatrisch opvangtehuis (een PVT) binnen in een rusthuis voor bejaarden (RVT) of woonzorgcentrum (WZC) zoals het tegenwoordig wordt genoemd.

De psychiater of psychiatrisch hulpverlener richt zich hier op psychische aandoeningen die voorkomen bij mensen met lichamelijke stoornissen of ouderen met klachten zoals verslavingen, stemmingsstoornissen en psychosomatische stoornissen, naast gedragsstoornissen, aanpassingsstoornissen, rouw, die directe lichamelijke complicaties geven zoals acting out (uitbarstingen), suïcidepogingen (zelfmoordpoging) en automutilatie.

Een specifiek aspect van de werkzaamheden van de psychisch hulpverlener in het algemeen ziekenhuis is de rol van consulent (counselor of coach) d.w.z hij adviseert consultvragers, behandelt soms mee of neemt soms de psychische behandeling van bewoners over.

De ziekenhuispsychiatrie wordt uitgeoefend via consulten aan bed van de patiënt op vraag van de behandelende arts en via raadplegingen. Er is dus m.a.w. geen afzonderlijke afdeling "Psychiatrie met eigen opname bedden". Patiënten met somatische en psychische problemen kunnen enkel van deze twee functies gebruik maken.

Opvang van problemen binnen een rusthuissetting heeft geleid tot gestructureerde raadplegingen waarbij de liaisonpsychiater samenwerkt met een meer somatisch georiënteerde specialist: de CRA, de huisarts, de specialist, de gerontoloog, de psychiater, de diëtiste, de raadpleging eetstoornissen, de ergotherapeut, de orthopedagoog, de pijnkliniek, de dienst neurologie, gerontologie en zo meer.

Tenslotte vervult de liaisonpsychiatrie binnen het WZC een brug- of "liaison" functie tussen WZC en de " geestelijke gezondheidszorg" in de regio : de huisarts, de Dienst Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), de privé werkende psychiaters en psychologen en de psychiatrische residentiële voorzieningen in de regio.

















De liaisonpsychiatrie heeft zich de laatste 15 jaar ontwikkeld als een duidelijk herkenbaar onderdeel van de psychiatrie dat als primair doel heeft om consulten op aanvraag van artsen en verpleegkundigen in algemene ziekenhuizen te verrichten.
De liaisonpsychiatrie in woonzorgcentra maakt haar opwachting. WZC van de overheid nemen psychiatrische verpleegkundigen en counselors aan om te helpen bij het zorgen voor ouderen met psychische problemen binnen een holistisch en huiselijk kader.

Er zijn toenemende aanwijzingen dat psychiatrische interventies bij patiënten met zowel lichamelijke als psychische problemen effectief kunnen zijn met betrekking tot duur van opname en aantal heropnames in een ziekenhuis vanuit het WZC.

Ook in de huisartsenpraktijk en bij poliklinische patiënten (patiënten die op raadpleging komen) worden effecten gevonden bij depressieve patiënten in de vorm van een vermindering van de medische consumptie en een verbetering van de klachtenprofielen.

Een vijfde van de consulten betreft patiënten die zijn opgenomen voor een suïcidepoging. Er worden veel oudere patiënten in consult gezien.
Van de niet suïcidepogers is bijna de helft van de patiënten ouder dan 65 en een kwart ouder dan 75. Dat geeft te denken over de psychische belasting van ouderen.

De consulentpsychiater werkt in principe systeemgeoriënteerd. Hij kijkt niet alleen wat er met de persoon aan de hand is, maar kijkt ook naar de context van het consult en de specifieke vraagstelling van de consultvrager. Hij zal eerst met de verwijzer of met de verpleegkundigen van de afdeling overleggen om zijn consultvraag te verhelderen.
De liaisonpsychiatrie voorziet de medewerkers en mantelzorgers van informatie en handvaten om gepast te leren omgaan met de problemen van de bewoner. In de zorg voor mensen met dementie kennen we de referentiepersoon dementie.

Voor de meerwaardezoekers:

Vele ouderen, ook hoogbejaarden, hebben een goede fysieke gezondheid. Het ontbreken van lichamelijke ongemakken beleven zij hetzelfde als bij jongeren als een normale toestand (le silence des organes). Men is zich nauwelijks bewust dat het lichaam een mogelijke hinderpaal kan zijn in plannen en dromen.
Bij het toenemen van de leeftijd wordt de goede gezondheid in toenemende mate als een voorrecht beschouwd.
Lichamelijke confrontaties, afnemende vitaliteit, lichamelijke verschijnselen, kwaaltjes (of die van leeftijdsgenoten) duiken op vanaf het veertigste levensjaar.
Vandaag een geweldige pijn van een stijve nek zeg!
Het zich ‘ouder gaan voelen’ wordt dan vooral bestreden met extra hulpmiddeltjes: cosmetica voor een rimpelloze huid (al zou je die vanaf je twaalfde moeten smeren), extra bijtrainen voor fysieke paraatheid enzovoort.
De wijze waarop lichamelijke veranderingen (in uitzicht en schoonheid), en verstoringen (als ziekten en handicaps) worden verwerkt, verschilt van persoon tot persoon. Wat door de één als een onoverkomelijk trauma wordt beleefd, waarop hij verbitterd reageert, zal door een ander snel, goed, verwerkt worden. De een zet zich vrij snel over de beperkingen van een dieet, voor de ander is zijn leven vergald. Beperkingen in mobiliteit vangt de een op door van achter het raam mensen in de gaten te houden, een ander voelt zich geïsoleerd.

Ook in het uiten van lichaamsklachten zien we grote verschillen. Er zijn mensen die voor het minste in bed blijven, terwijl anderen ondanks de lichamelijke belemmeringen dagelijkse taken blijven opnemen.
Lichamelijke klachten moeten trouwens niet uitsluitend als een teken van lichamelijk lijden gezien worden. Vaak is het een teken dat er sociaal of psychisch iets mis loopt. De klacht is een uiting van belastende omstandigheden die de draag kracht van de persoon te boven gaan.
Het helpt ook al niet dat artsen vooral ‘lichamelijke taal’ spreken waardoor ze het beste te bereiken zijn via lichamelijke klachten.
Praten of Pillen? 

In de eerste fase van dementie, wanneer iemand periodes van verwardheid doormaakt, weet hij goed dat er iets mis gaat met hem. Het maakt angstig en onzeker. Uit vrees om zwak, kwetsbaar, flauw of zot te worden bekeken, en als incompetent (iets niet meer kunnen) te worden behandeld, kan iemand besluiten om de klachten en gevoelens te verstoppen voor zijn omgeving.
Afhankelijkheid  ‘moeten geholpen worden’ is voor veel mensen iets zeer moeilijks om te verwerken.

Lichamelijke klachten zijn nog steeds sociaal wenselijker en die worden eerst geuit.

Psychische klachten hebben al eens een echte fysische oorzaak, denk maar aan achterdocht doordat er gehoorproblemen zijn en de nuance van een boodschap verloren gaat – of stress doordat het zien achteruit gaat en men niet meer kan lezen of TV kijken waardoor men niet kan ontspannen. Depressie door vermindering in mobiliteit waardoor men vrienden niet meer zo vaak ontmoeten kan. Verwardheid door blaasontsteking. Vermoeidheid door verminderde schildklierfunctie of vitaminetekort.

Er zijn ook mensen die denken ziek te zijn. Men spreekt al eens van hypochondrie. Deze mensen blijven overtuigd dat er hen lichamelijk iets scheelt. Ze zijn niet gerustgesteld door medische rapporten. Ze verzamelen een indrukwekkend dossier met onderzoeksresultaten van diverse artsen in verschillende klinieken. Je herkent die mensen doordat ze ook jouw energie (en goed humeur) weten op te slorpen door onverzadigbare honger naar aandacht voor hun klachten.

Er is rouw om verlies van herinneringen, thuis, leeftijdsgenoten..

Ten slotte hebben ouderen hebben niet alleen last van fysische kwalen. Ze komen met hun eigen levensverhaal en ook wel eens ‘uitbehandelde’ psychiatrische problematiek' terecht in het rusthuis.
Vaak kampen bewoners in het woonzorgcentrum niet enkel met de somatische klachten maar stellen zich tevens psychologische en psychiatrische problemen.
De begeleiding en behandeling van deze bewoners vormt de kerntaak van de interne liaison psychiatrie.

Ik spreek over de liaison of brugfunctie psychiatrie.
Tot op heden is dit in ziekenhuizen trend, en in rusthuizen een idee.
In Nederland is men daar al verder mee, en van uit het aangrenzende Limburg hoor ik ook meer aandacht voor psychische hulpverlening in rusthuizen (meestal in samenwerking met een nabijgelegen psychiatrisch centrum).
de rijdende psychiater 1989
Ooit zag ik een documentaire over ‘de rijdende psychiater’ en dat is me steeds bij gebleven als een nuttig idee.
In het rusthuis 'rij' je ook van deur tot deur, kom je in elke kamer bij mensen in hun huis, hun appartement a.h.w. 
Voor de bewoners en hun naasten is het een grote bijdrage aan hun welbevinden.
Het is ook ronduit interessant voor het WZC. In een rusthuis voorkom je er ook veel stress, problemen en werk mee voor de hulpverleners.

Onrustige en agressieve bewoners, bewoners die dwalen, zwerven of weglopen, bewoners die anderen lastig vallen en daar moeilijk op aan te spreken zijn; het zijn situaties die steeds meer voorkomen in verzorgingshuizen. De zorgverleners hadden eigenlijk de mogelijkheid niet om, let wel, als uiterste redmiddel, vrijheidsbeperkende maatregelen toe te passen. Althans niet formeel, maar het werd wel oogluikend toegestaan(uit een Nederlandse krant anno 2010)

Het is een idee waarvoor de tijd stilaan rijp,is. It ’s an idea who ’s time has come (Covey).


Er is wel degelijk een nood aan een psychiatrisch hulpverlener die mensen ontmoet, hen spreekt, hun dossier bekijkt en een psychisch behandelplan kan opmaken. Het spreekt voor zich dat de liaison hiertoe intens samenwerkt met de diverse diensten en disciplines in het WZC, het ziekenhuis, de huisartsen en andere verwijzers, alsook met de familie en de mantelzorgers.


In mijn huidige functie als hoofd van een afdeling voor mensen met dementie kan ik ook helpen bij een groter begrip voor psychische noden in het rusthuis. Vandaar ook dit project dementievriendelijk rusthuis


Bevlogen groeten van uw

coach Clark Kent

Coach Clark Kent als Campusdirecteur ?


Op klikken om te lezen
Coach Clark Kents' interesse (alvast in Antwerpen dan)

coach Clark Kent: Eet, drink en wees gelukkig. Ethische betekenis va...

coach Clark Kent: Eet, drink en wees gelukkig. Ethische betekenis va...: Je vind te weinig leesbare literatuur over ethiek in de zorg, te weinig morele tips kant-en-klaar om écht te gebruiken. Coach Clark Kent doet een poging om te schrijven over maaltijdzorg en mensen/ ouderen/ 'bejaarden'

Eet, drink en wees gelukkig. Ethische betekenis van maaltijdzorg



Hallo, in de vorige blogs ging het over de twee dementiewetten en het geheugen van mensen met dementie. 
Juist, ik heb gezegd dat mensen met dementie onder bepaalde omstandigheden toch iets kunnen 'leren',  al is dat niet letterlijk begrijpend leren. Het gaat om het impliciet of niet-declaratief geheugen.
Dat is ook boeiend (echt waar), en ik schrijf er nog eens over, maar ik beloofde afwisseling en daarom vandaag iets anders.


Verandering van spijs doet eten.


De ethische betekenis van maaltijdzorg
Ethisch = 1) fatsoenlijk 2) Behoorlijk 3) Netjes 4)Betamelijk 5) Braaf 6) Deugdzaam 7) Eerbaar 8) Zedelijk 9) Kuis 10) Moreel 11) Rein 12) Zindelijk 


Hulpverlening is altijd een ethisch geladen gebeuren omdat ze gericht is op menswaardigheid; het mens-worden, het mens-zijn, en mens-blijven.
In het geval van ouderenzorg 
Ethiek is voor watjes !
bij good practise/ goede praktijken

..wordt vooral de bevordering van het mens-zijn en -blijven van de oudere beoogd in tal van dagelijkse zaken, ook in het verlenen van maaltijdzorg. Maaltijden zijn dus een ethische kwestie.
Hulpverleners doen inzake maaltijden niet alleen technische handelingen, maar ook morele. Hierbij gaan ze, met het oog op het welzijn van één of meer ouderen op zoek hoe ze de maaltijdzorg zo goed mogelijk organiseren.
De basis van al onze beslissingen is 'het goede', het welzijn van de oudere persoon. We maken heus persoonlijke keuzes, maar het is uitgesloten dat we keuzes maken op basis van puur ons eigen gemak. Zonder die gerichtheid is hulpverlening een zinloze aaneenschakeling van handelingen.
Goede hulpverlening staat altijd op twee benen. Enerzijds het been van de deskundigheid waarop we voornamelijk steunen om technische oplossingen te vinden voor problemen. Anderzijds het existentiële en communicatieve been dat belangrijke waarden als betrokkenheid en gevoeligheid voor goed en kwaad in de hulpverlening brengt.
Helaas staan beide benen vaak op gespannen voet met elkaar door kostenbesparingen, onderbezetting en hoge werkdruk (Kunneman, 1996). Het gevolg daarvan is dat hulpverlening dan wordt herleid tot een reeks technische handelingen, waarbij het de hulpverlener ontbreekt aan waakzaamheid en gevoeligheid voor de ethische geladenheid van het dagelijks hulpverlenen.



ben jij een robot ?
is de oudere een robot ? een voorwerp ?
Als we de taken i.v.m. maaltijdzorg alleen op basis van routine uitvoeren, wanneer voeden een routine wordt, verschuift onze aandacht van de oudere naar de taak. Er wordt niet meer ingegaan op de signalen van de oudere. Het uitvoeren van de voorgeprogrammeerde taak wordt belangrijker dan de persoon. Het fenomeen 'eeltvorming' kan optreden: de hulpverlener wordt gaandeweg onverschillig voor de menselijke betekenis van het maaltijdgebeuren. hierdoor dreigt de maaltijdzorg 'mensonwaardig' te worden. 

Boekje staat tot uw beschikking in ons bibliotheekje

ethisch omgaan met ouderen
Chris Gastmans
Leuven, 2005
Uitgeverij: Davidsfonds/Leuven205 pagina's
Met illustraties
Bindwijze: Ingenaaid
ISBN: 90-77942-11-4
ASW: Algemeen boek
SISO: Ouderengezondheidszorg (614.25)
EAN: 9789077942116
NUR: Senioren (748)
Trefwoord(en): Medische ethiek; Ouderenzorg

Annotatie: Medisch-ethische beschouwingen.







Maria is een hoogbejaarde vrouw die in een ouderenvoorziening is opgenomen. Zij deelt de kamer met Frieda, die de laatste tijd duidelijk verschijnselen van dementie vertoont. Frieda heeft van bij haar opname ervoor gekozen de maaltijd op haar kamer te gebruiken. Maria daarentegen heeft de gewoonte elke middag de eetzaal te bezoeken. Zij besteedt graag veel tijd aan het middagmaal.
Sinds een week laat Maria omwille van flebitis 's middags de maaltijd op haar kamer bezorgen. Als naar gewoonte voert Maria al haar 'rituelen' uit tijdens de maaltijd (gebed, praten over de opgediende spijzen, enzovoort). Frieda daarentegen geniet niet van een rustige maaltijd. Zij eet zeer vlug en is bovendien zeer slordig met het eten. Frieda is klaar met eten als Maria nog aan het hoofdgerecht moet beginnen. De verpleegkundigen volgen uit gewoonte het ritme van Frieda. De tafel wordt dan afgeruimd, terwijl Maria nog aan het hoofdgerecht moet beginnen. Frieda vindt zo een snelle afhandeling aangenaam, maar Maria verzet zich ertegen. Telkens als zij zich heeft moeten haastenbij het eten, is haar humeur de hele dag verstoord.
Maria heeft haar langzame eetstijl reeds een keer proberen te verantwoorden door de verpleegkundige een artikeltje uit een lifestylemagazine te tonen waarin staat dat rustig eten een betere opname van de voedingswaarden tot gevolg heeft. Indien zij vervolgens de dag erna weer moet horen van de verpleegkundige dat Frieda toch 'zo flink' is ondat zij vlug eet, terwijl Maria vertraging veroorzaakt, verzet zij zich ertegen. De VP reageert met: 'We zullen je vanaf morgen wat vitamines met extra voedingssuplementen geven. je hoeft dan geen schrik meer te hebben dat je ondervoed zult geraken.'

Maria hecht veel waarde aan het maaltijdgebeuren. Voor haar heeft de maaltijd ook een sociale, animerende, psychische en religieuze betekenis
De taakgerichte zorgvisie van de verpleegkundige daarentegen is uitsluitend gericht op de lichamelijk-hygiënische aspectenen de tijdsefficiëntie van het maaltijdgebeuren. Niet de relationele context, maar de efficiënte uitvoering van opeenvolgende taken telt. 

Een relationeel verarmde basis geeft wel veel hulp hoor (zoals vitamines, voedingssuplementen..) maar weinig welzijn (zoals een goede maaltijd).

Waardegeladen probleemsituaties zijn meestal op te lossen doordat de betrokkenen met elkaar in gesprek gaan over hun waarden en normen en over hun aanvoelen omtrent goede zorg. Een individuele aanpak waarbij het versterken van de vertrouwensrelatie tussen de hulpverlener en de oudere prioriteit heeft werkt hier. De betrokkenen moeten leren nadenken over het eigen 'anders zijn'. Anders is niet onjuist of minderwaardig. Zo zullen hulpverleners ook minder snel overgaan tot veroordelen of beschuldigen ('ze doet het expres!').

Maaltijd als typisch menselijk verschijnsel,
meer dan behoeftebevrediging. 



Een maaltijdgebeuren heeft enkele kenmerken die de humane betekenis geven aan de maaltijd (Jacques de Visscher/ 1996, 1998).
De meest algemene opmerking die we over de humane betekenis kunnen geven, is dat het gebruiken van een maal wezenlijk verschilt van behoeftegestuurd opnemen van voedsel. Een hond wordt net als andere dieren 'gevoederd'. Het zou komisch klinken als we over een varken zouden zeggen dat het een maaltijd aan het gebruiken is. Omgekeerd zouden we schrikken als in de supermarkt de diepvriesmaaltijd met de benaming 'diepvriesvoedsel' of nog erger met 'diepvriesvoeder'. Alleen al de uitdrukking 'een maaltijd gebruiken' of 'tafelen' in plaats van 'voederen' maakt duidelijk dat het om veel meer gaat dan het biologisch verschijnsel van 'het stillen van de honger'. 


Het is waar dat we als we lange tijd niet eten, langzaam maar zeker sterven. Dit is een biologisch feit. Maar we eten niet alleen om in leven te blijven. Een louter biologische of nutritionele kijk op het maaltijdgebeuren doet tekort aan de rijke betekenissen die verbonden zijn aan bijvoorbeeld een maaltijd die in familiekring wordt gebruikt.
Een maaltijd gebruiken is een typisch menselijk gebeuren dat het niveau van de behoeftebevrediging overstijgt.
Overleving is niet het enige motief voor de mens om te eten. Behalve de biologische functie heeft een maaltijd ook een sociale (verbondenheid met tafelgenoten), psychologische (voldoening, welbevinden) en religieuze (de mens dankt God/ de natuur) betekenis.
Zo kan een pijnlijke stilte tijdens het eten iedereen duidelijk maken dat er iets niet in orde is. Meer zelfs, het kan het hongergevoel volledig doen verdwijnen.

Ook kwestie vormgeving van de maaltijd legt de mens een grote creativiteit aan de dag. Ontbijt, brunch, werklunch, fastfood, picknick, tapas, fingerfood, receptie, diner, feestmaal, foodsex: het zijn allemaal menselijke uitvindingen/ menselijke aankleding van het biologisch bepaald eet- en drinkgedrag.
Alleen in tijden van hongersnood is er weinig sier, maar zodra de grootste nood is gelenigd, treedt niet de onderliggende natuur maar de cultuur weer op de voorgrond. Niemand leidt een zuiver biologisch leven, ook niet in zijn eetgewoontes.
Het vormt een grote uitdaging het menswaardig karakter van de dagelijkse maaltijd in de ouderenvoorzieningen in alle omstandigheden zoveel mogelijk te garanderen.

Zingeving (niet saai!)
Het is waar, ondervoeding is een belangrijke risicofactor die aanleiding geeft tot een grotere mortaliteit (sterfte), een vertraagd herstel van ziekte, functieverlies en daardoor ook tot een verhoogde kans op opname in een ouderenvoorziening of hospitaal. In de vakliteratuur is veel informatie te vinden over verpleging en voedingszorg. Fysiologische aspecten van voeding krijgen hierbij vaak de meeste aandacht. Dit alles is zeer waardevol. Er wordt echter te gemakkelijk van uitgegaan dat ouderen op de eerste plaats behoeftige wezens zijn met allerlei noden waaraan we persé tegemoet moeten komen.
Maar de oudere mens moet niet worden beschouwd als een behoeftewezen, maar als een zinwezen. Hij is in zijn dagelijkse doen en laten, en dus ook in het maaltijdgebeuren op zoek naar menselijke betekenissen die hem het leven als zinvol doen ervaren.

Gezien de fundamenteel humane inbedding van het eet- en drinkgedrag verbazen we ons over het gebrek aan literatuurgegevens betreffende de mogelijkheden om de specifieke menselijke kwaliteit van het maaltijdgebeuren in de verzorgingsinstelling te verhogen. Het maaltijdgebeuren is een belangrijk zorgdomein waarin hulpverleners zich helemaal kunnen ontplooien als zorgdeskundigen (kenniswerkers). (Chris Gastmans & Linus Vanlaere, 2012)

helpen bij het opnemen van voedsel en vocht is een vorm van symbolische hulpverlening. Voeding zijn immers van oudsher symbolen van leven (breken van water en brood)

Via de maaltijdzorg kunnen hulpverleners uitdrukkinggeven aan hun respect voor de mensen in het algemeen, en de ouderen in het bijzonder.
De manier waarop zij zorg verlenen zegt ook veel over henzelf, over de mensen die zij zijn. Tijdens de 'alledaagse' (maaltijd)zorg laten zij zichzelf zien als unieke persoon. Zelfs onbewust laten ze zien dat ze mensen zijn die getuigen van respect (of het gebrek er aan) voor hun hulpbehoevende medemens.
Respectvolle, vriendelijke omgang zorgzame houding, spontaniteit en authenticiteit. Minstens even belangrijk als het invoeren van allerlei formele en meetbare kwaliteitsstandaarden is het cultiveren van deze morele houding bij hulpverleners. Het is iets dat ik met deze tekst probeer.

Habitus: bron van identiteit en stabiliteit 

Habitus = duurzame manier van waarnemen, denken en handelen, waarmee mensen zich in een 'maatschappelijk veld' kunnen handhaven en verder kunnen komen


Voor bewoners van een ouderenvoorziening is de maaltijd vaak ook een centraal gebeuren. het geeft structuur aan de lange dag (ontbijt, middaglunch, vieruurtje, avondmaal) en aan het jaar (bijvoorbeeld door het gebruik van seizoensgroenten en -fruit). Het betekent voor hen ook vaak een lichamelijke en psychische genotservaring. Het is ook meer dan eens een centraal onderwerp van gesprek (discussie over smaak of bereidingswijze). Het is een van de weinige redenen om zijn kamer te verlaten en zich onder de medebewoners te begeven. Hoe kleiner de wereld van de oudere wordt hoe groter de kans dat de maaltijd het middelpunt van zijn leefwereld wordt.

De voldoening die de oudere ervaart van de maaltijd hangt niet alleen af van de kwaliteit en de kwantiteit van het voedsel, maar ook van de sociale context, de afstemming op de persoonlijke eetgewoontes, de omstandigheden (o.a. de ruimte en de tijd) waarin het maaltijdgebeuren plaatsheeft. Met andere woorde, centraal in de beleving van de oudere staat het gerespecteerd worden in zijn eigen maaltijdcultuur die hij tijdens zijn leven heeft opgebouwd. De oudere moet beschouwd worden als een wijs en ervaren persoon die tijdens zijn leven persoonlijke opvattingen en praktijken heeft ontwikkeld inzake de structuur en het verloop van de maaltijd, gewoonten en gebruiken voor, tijdens en na de maaltijd, aversies en voorkeuren ten aanzien van voedsel, symbolische betekenissen, enzovoort.
De integratie van persoonlijke voedingspatronen in een maatschappelijk en cultureel kader verleent de persoon identiteit (weten wie je bent en bij wie je hoort), stabiliteit en basisvertrouwen.

Habitusverlies:
Niet meer in staat zijn om de maaltijd te gebruiken zoals ze dat gewoon waren. Verstoring of verlies van habitus gaat gepaard met gevoelens van schaamte, minderwaardigheid, identiteitsverlies, angst en agressie. Ouderen die te maken krijgen met dat verlies geven doorgaans weinig of geen uiting aan hun problemen. De uit hun kindertijd aangeleerde houding van gehoorzaamheid, evenals de sterk aanwezige (vooroorlogse) opvatting 'dat er gegeten wordt wat de pot schaft' maken dat oudere mensen hun problemen zoveel en zolang mogelijk verborgen houden. Indien dit laatste niet meer mogelijk is, bijvoorbeeld door frequent morsen, overheerst vaak een gevoel van schaamte of zelfs van schuld.

Hulpverleners gaan er vaak van uit dat alles goed gaat, zolang het maaltijdgebeuren hygiënisch en ordelijk verloopt en binnen de tijslimiet wordt afgerond. Problemen van de ouderen worden pas echt opgemerkt als voor de omgeving merkbaar worden (weigeren te eten, morsen, storend gedrag vertonen, niet kunnen eten), terwijl het belevingsaspect onderbelicht blijft.

Het mag niet als bedreigend gezien worden als een oudere uitdrukking geeft aan zijn frustratie en aan zijn negatieve beleving van het maaltijdgebeuren. Integendeel, ouderen kunnen het als geruststellend ervaren als zij een kans krijgen om in alle eerlijkheid te zeggen dat hun huidige beleving van de maaltijd grondig verschilt van die van vroeger.
Aangezien de oudere persoon zich in een min of meer afhankelijke positie bevindt, dient de hulpverlener een zekere verantwoordelijkheid op zich te nemen om problemen en de reacties van ouderen daarop bespreekbaar te maken.


Van de hulpverlener wordt daarom initiatief verwacht en een houding die uitnodigt tot gesprek. Hier is een kwaliteit van nabijheid nodig die opnieuw kan motiveren tot het leven, ook tot het leven met beperkingen. Openheid voor de beleving van de oudere getuigt van professionaliteit en van de bereidheid zijn zorgpraktijk kritisch te bevragen en zo nodig aan te passen ter bevordering van het welzijn van de oudere.


Ben jij zo een persoon?
.. of ben je een zorgrobot ?










Smakelijke groeten van Clark Kent !