Schaamteloos ? Over schaamte bij mensen met dementie.
Week 20 van het Project dementievriendelijk rusthuis
Schaamte is een onaangename psycho(sociale) emotie waarvoor
de angst om
door anderen misprezen of zelfs niet meer geaccepteerd door de groep te worden
bepalend is.
Een emotie, een gevoel is
een innerlijke (positieve of negatieve) beleving van een bepaalde gebeurtenis.
Uit schaamte hebben mensen zich te verbergen voor anderen of boos te worden.
Schaamte is daarmee een sterk cultureel bepaald fenomeen.
Wie hoorde niet van zijn ouders afkeurend: ‘Je zou je moeten schamen!’, of ‘Ze
zouden zich moeten schamen omdat..’ Schaamte is ongeveer de tegenpool van het eergevoel
(trots).
Het Franse woord gène (een samentrekking van gehenna,
Hebreeuws voor hel of folterondervraging) benadrukt de fysiek merkbare
onbehaaglijkheid die met schaamte vaak gepaard gaat.
Schaamte is subjectief, mensen die identieke daden stellen,
gaan zich individueel meer, minder of helemaal niet daarvoor schamen.
Schaamte is jezelf in vergelijking
met een ander (of anderen) om bepaalde redenen die, vind jij, jou vallen toe te
rekenen, de mindere voelen.
Het heeft betrekking op je gedrag, karakter of persoonlijke
eigenschappen, of iets anders wat op jou teruggaat of met jou in verband kan
worden gebracht. De reden kan echt zijn of enkel bestaan in jouw perceptie
en/of die van anderen.
Bijvoorbeeld,
een oudere die zich schaamt voor haar incontinentie of zelfs maar haar
kunstgebit. Een man die zijn ontslag gekregen heeft en zich daarvoor schaamt
tegenover vrouw en kinderen. Mijn dochter, als ze denkt dat ze, in mijn ogen,
iets doms gedaan heeft. Voor mocht je geen idee hebben waarom anderen zich maar
zouden schamen, voeg ik hier een lijst toe met 107 van die redenen.
Je kunnen schamen is
een belangrijke, nuttige kwaliteit in het interpersoonlijke verkeer dat leven
heet. Het zorgt voor zelfregulatie van gedrag en geeft de interactie mede vorm,
zowel in het positieve als negatieve.
Waarvoor je je te schamen hebt is in de cultuur vastgelegd en gelinkt aan de normen die daar en op
dat moment gelden. Verschillende generaties schamen zich vaak over heel andere
zaken.
Ook moet duidelijk
zijn wat in een gegeven context
schaamtevol is.
Toiletbezoek zorgt vaak voor schaamte bij vrouwen
Voor een derde van de
vrouwen is een toiletbezoek een genietmoment vanwege de rust. Daarnaast blijkt
wel uit een Nederlands enquête dat naar de wc gaan vaak gepaard gaan met
schaamte.
In je broek plassen is
voor een driejarige zelden, maar voor een twintigjarige vrijwel altijd
schaamtevol. De achterliggende reden is dat we vinden dat volwassenen hun
blaasspieren moeten kunnen beheersen en we dat niet van driejarigen verwachten.
Je schamen gaat
gepaard met gevoelens van minderwaardigheid. In een samenleving als de onze,
waar schaamte en je de mindere voelen niet positief beoordeeld worden, kan dit,
in reactie daarop, boosheid, verdriet, gevoelens van eenzaamheid, en schaamte
voor de schaamte oproepen.
De zoon die zijn moeder al jaren niet meer heeft gebeld en het
telkens opnieuw uitstelt. De vrouw die al twintig jaar lang niet tegen haar man
durft te zeggen dan ze niet van hem houdt. En die dat besef elk jaar dieper
wegstopt.
Mensen verbergen hun schaamte achter een air van
onaantastbaarheid of, zelfs, agressie. Onder de schaamte verborgen tref je dan
verdriet, of verdriet vermengd met boosheid aan. Tenminste, als je erbij kunt.
Dementie en Schaamte?
Schaamte kun je leren overwinnen. Maar vandaag gaat
het om onze medemens met dementie. Zoals je wel weet kan een persoon met
dementie zich door zijn/haar zieke brein onmogelijk aan passen zoals 'gezonde'
mensen.
Een
persoon met dementie kan zich ook niet gepaster gaan gedragen, het verlies is
definitief. J loopt in de gang rond met zijn onderbroek boven zijn pyamabroek, hij komt K tegen en groet hem vriendelijk en deze groet terug. K loopt volledig naakt, gewoon verder.
'Maar maar toch' zegt bezoekster F 'kunt u die man niet fatsoenlijk kleden !'
Een persoon met dementie kan
zich niet aanpassen aan gezonde mensen. 'Gezonde' mensen dienen zich om die
reden aan te passen aan de dementerende medemens.
Vaak
zorgen wij er ongewild voor dat oudere mensen zich schamen, dat is erg, het is
iets om bij stil te staan.
Het valt niet mee om te
communiceren met iemand met een vorm van dementie. Er zijn echter een aantal
hulpmiddelen waardoor dit wel mogelijk is. Bedenkt u zich wel van te voren
iedere persoon met dementie is anders. Wanneer mensen een beginnende vorm van
dementie hebben is er vaak nog goed te communiceren.
Maak contact met de persoon door oogcontact te maken.Let op uw gezichtsuitdrukking door vriendelijk te kijken.
Spreek rustig met korte zinnen.
Laat u niet afschrikken wanneer de persoon vreemde antwoorden geeft.
(i.v.m. schaamte vooral) Voorkomen faalmomenten.
Overhoor de persoon niet: Stel geen vragen als: "Wat heb je vanmiddag gegeten?" "Hoe heet ik ook al weer?" De persoon weet dit meestal niet meer en wordt dan pijnlijk herinnerd aan zijn/haar onvermogen.
Probeer de persoon niet te verbeteren wanneer hij/zij iets zegt wat niet klopt, maar praat mee en houdt zelf de grote lijn van het gesprek in de gaten.
Doe zo normaal mogelijk (eerst oogcontact voordat u iemand aanraakt, iedere handeling uitleggen, benoemen, contact houden).
Ga met de dementerende niet in een wel waar/niet waar-discussie. Het leidt meestal alleen tot spanningen, onrust en irritatie.
Help de dementerende met tijdsoriëntatientatie door regelmatig op te merken:
"Het is nu half elf, koffietijd".
"Het is vandaag donderdag uw dochter komt vanmiddag langs."
Niet forceren.
Overvraag de persoon niet:
- Blijf niet doorvragen als de persoon het niet meer weet.
- Blijf niet stimuleren wat de persoonniet meer kan.
- Stel niet meer dan één vraag tegelijk. Twee vragen onthouden lukt niet meer.
- Geef niet meer dan één advies of taak tegelijk. Bijvoorbeeld: ik vind het fijn als u me even helpt met afwassen. Voeg dan de daad bij het woord. Als er tijd zit tussen woord en daad is hij het weer vergeten
Vermijd test-situaties. We maken de dementerende nog onzekerder als we hem telkens vragen stellen als:
- hoe oud bent u?
- wat heeft u gisteren gegeten?
- hoeveel kinderen heeft u?
- weet u nog hoe ik heet?
Neem de gevoelens van de dementerende mens serieus.
Het gaat allemaal om een respectvolle benadering eigenlijk.
Warme groet van
Clark Kent
De rest is voor de maarwaardezoekers
tekst — Leerling in het welsprekend schamen
op maart 27, 2012 om 18:01
Hiervoor zou een mens zich
kunnen (moeten?) schamen…
1) in de winkel aan de kassa
staan met een hele rij mensen achter je, net het te betalen bedrag te horen
gekregen en beseffen dat je niet voldoende geld bij je hebt
2) een kind slaan
3) liegen
4) bad hair day
5) dat je vader in het openbaar uit zijn krammen schiet tegenover je moeder/ je broer / jou
6) dat je niet van huis wil vertrekken zonder een zoen van je moeder te hebben gehad, al ben je geen kind meer
7) als je ouders je afzetten bij je grootouders om er een week te logeren, dat je dan ’s avonds in je bed huilt omdat je je ouders mist, hoewel je erg veel zin hebt in die week bij je grootouders; niet willen dat ze zien dat je een beetje heimwee hebt, omdat je ze niet wil kwetsen
8 ) over straat lopen met een volle zak boodschappen die plots scheurt; gevolg: al je boodschappen verspreid over het voetpad
9) je weet dat je moeder achter je fietst en wil haar nog iets zeggen, na een tijdje hoor je een fiets dichterbij komen, je begint je relaas en plots blijkt dat je tegen een wildvreemde bezig bent
10) je lach die misschien een beetje abnormaal klinkt
11) je figuur
12) waar je in gelooft, of je al dan niet gelooft
13) kindermisbruik
14) een moord
15) voor de grap tegen je broer zeggen dat je grootmoeder net overleden is, gewoon om te zien wat zijn reactie is
16) je ouders uitmaken voor het rot van de straat
17) dat je schoenen met hieltjes aanhebt, waarvan er één een beetje stuk is en je de hele tijd afwisselend een mooi klakgeluid maakt en bij de volgende stap een schel geluid van een ijzeren punt die de grond raakt
18) iets grappigs vertellen dat niemand grappig blijkt te vinden
19) egoïstisch zijn
20) een snoepje stelen uit een winkel
21) achter iemands rug slecht spreken over die persoon
22) hoe je overkomt naar de buitenwereld toe
23) in het buitenland nog zo je best doen om de lokale taal te gebruiken in contact met de inwoners van dat land en er maar niet in slagen
24) dansen, omdat je weet dat je het niet goed kan
25) dat je niet weet hoe het voelt gekust te worden
26) als je beloofd had iemands geheim te bewaren en het al dan niet opzettelijk toch verklapt
27) je outfit
28) je moet dringend ergens naartoe, maar hebt thuis net erg gehuild; de tranen zijn opgedroogd, maar je ogen zien nog rood, en dan maar hopen dat niemand het ziet
29) vluchtmisdrijf plegen
30) in een volle aula je hand opsteken om iets te vragen aan de docent
31) over de speelplaats lopen, bang om uitgelachen te worden
32) ergens van overtuigd zijn, het in geuren en kleuren aan de man brengen, totdat blijkt dat je het niet bij het rechte eind had met je veronderstelling (en daar dan op gewezen worden)
33) als volwassene nog steeds graag naar liedjes van Samson & Gert en zo luisteren
34) als je plots merkt dat je net je regels hebt gekregen en dat je er niet op voorzien was met alle gevolgen van dien
35) dat iemand die boven je staat je een vraag stelt en dat je geen antwoord hebt, dat je geen idee hebt waar het over gaat
36) dat je thuis financieel krap bij kas zit
37) dat je nooit hebt leren zwemmen/fietsen/…
38) in de winter uitglijden over het ijs in een drukke winkelstraat
39) over het feit dat je huis na twintig jaar nog steeds niet in orde is, bv. dat de muren nog altijd alleen maar zijn bepleisterd
40) dat je de verjaardag vergeet van iemand die je nauw aan het hart ligt
41) hoe je op een foto staat
42) slechte punten op school (ev. incl. de bekendmaking ervan aan je ouders)
43) vertellen aan een vriend hoe je je vanbinnen voelt, blijk geven van je kwetsbaarheid
44) zingen op de fiets wanneer er plots iemand voorbij rijdt/wandelt/…
45) als je na je examen de deur van de aula maar niet open krijgt, omdat die gewoon wat klemt, terwijl er nog tientallen mensen examen aan het afleggen zijn
46) je ware gevoelens voor een bepaald(e) jongen/meisje
47) je seksuele geaardheid
48) voor de tijd die je in de gevangenis hebt doorgebracht
49) naar een verjaardagsfeestje gaan, waarvoor je je moet verkleden
50) als je net een optreden in de muziekschool achter de rug hebt voor je instrument en je zelf weet dat je ‘heel veel fouten’ hebt gemaakt en je het liefst onmiddellijk de zaal uit zou willen rennen maar je niet kan
51) je gewicht
52) puistjes
53) roos in je haar
54) beseffen dat je in een brief aan een belangrijke, professionele instantie, die je net hebt verzonden, een dt-fout/spellingsfout hebt laten staan
55) een moedervlek
56) een litteken
57) dat je vooraan in de klas een spreekbeurt moet geven
58) iets zeggen dat de ander kwetst
59) je eigen naaktheid, zowel letterlijk als figuurlijk
60) je persoonlijke voorkeuren op allerlei vlakken
61) dat je als vrouw voor een tijdje op een mannenfiets moet rijden, omdat jouw fiets bij de fietsenmaker is/momenteel niet beschikbaar is
62) op straat mensen in nood (bv. bedelaars, een kind dat viel, iemand wiens portefeuille op de grond valt) niet helpen en ze straal voorbijlopen, hoewel je weet dat dat niet het juiste is
63) onwetendheid
64) je kan niet goed tekenen
65) te laat komen op een afspraak
66) een afspraak vergeten
67) in een pashokje een kledingstuk niet meer uitkrijgen
68) een belofte niet nakomen
69) tijdens een gelegenheid waarvoor het de bedoeling was dat iedereen zelf iets klaarmaakte/bakte om op te eten, merken dat jouw creatie er het minst smakelijkst uitziet
70) de gedragingen, houding, woorden van een ander
71) je grootte
72) in deze hoogtechnologische wereld niet in het bezit zijn van een computer/een gsm omdat het je aan middelen ontbreekt om er je één aan te schaffen
73) je kind te vondeling leggen
74) in dronken toestand verschijnen op een formele bijeenkomst
75) kindsoldaten rekruteren
76) dat je in een overladen circustent uit het publiek gepikt wordt om tijdens de show te assisteren
77) dat er na meer dan een jaar nog altijd geen nieuwe regering is in België
78) haatmails sturen naar Frank Deboosere om hem te zeggen dat hij de dood van de 5 slachtoffers van het Pukkelpopdrama op zijn geweten heeft
79) er op een feest in het bijzijn van al je vrienden niet in slagen een champagnefles te ontkurken, hoe hard je het ook probeert
80) tijdens het optreden van een koor waarvan je lid bent, plots een valse noot ten tonele brengen, hoewel je zo lang op de liedjes had geoefend
81) plots merken dat je je T-shirt/trui achterstevoren of binnenstebuiten aan hebt
82) je trouwring kwijtspelen
83) iemand straffen voor iets waar die persoon voor niets tussen zat/iemand iets verwijten waarvan je weet dat die persoon er niets mee te maken had
84) de schuld op iemand anders steken
85) je moeder niet helpen in het huishouden, enkel en alleen omdat je geen zin hebt
86) lachen met de ellende die een ander doormaakt
87) toezien hoe iemand lijdt en er geen actie tegen ondernemen (bv. hongersnood in Afrika, natuurramp)
88) een beugel moeten dragen
89) huilen in het openbaar
90) zonder toestemming van de betrokken persoon binnendringen in zijn of haar privéleven (bv. paparazzi)
91) iets niet durven (bv. niet van de springplank in het zwembad durven springen, niet in het diep durven zwemmen)
92) je volledig laten gaan tijdens een dessertbuffet, terwijl je beloofd had gezonder te gaan eten
93) je moet voorlezen tijdens een eucharistieviering en je leest de verkeerde tekst voor
94) na een feest bij een vriend(in) thuis was je mee af en plots laat je een duur wijnglas uit je handen glippen, waarna het met veel lawaai de grond ontmoet
95) zeggen ‘Amai, ’t is hier stil. Is er iemand gestorven of zo?’, wanneer niet veel later blijkt dat dat ook echt het geval is
96) verhaal van een meisje dat een jaar in Finland verblijft met AFS (2011-09-06): “Ik zit hier nu in Finland en ik ben volop bezig de woordjes te leren. Dat lukt natuurlijk niet altijd even goed. Ik durf soms wel eens een woordje te zeggen dat totaal verkeerd is. Zo was ik de tweede dag volop bezig post-its te kleven in het huis. Ik plakte op de sofa ‘paikka’, want mijn woordenboek zei dat het ‘zetel’ betekende, maar het bleek ‘van mij’ te betekenen. Het was wel een beetje gênant toen mijn gastmoeder mij daarover aansprak.”
97) ontbossing
98) je ouders/bepaalde familieleden
99) je kleding/je schoenen
100) vrienden die zich zat drinken
101) zelfmoordgedachten hebben
102) je even heel ongelukkig voelen
103) allergie
104) rommel in je huis als je bezoek hebt
105) op kamp toch maar 2x/dag je tanden poetsen, net als alle anderen, om niet te moeten toegeven dat je het bij je thuis eigenlijk maar 1x/dag doet
106) je voor- en/of familienaam
107) je schamen omdat je je schaamt
2) een kind slaan
3) liegen
4) bad hair day
5) dat je vader in het openbaar uit zijn krammen schiet tegenover je moeder/ je broer / jou
6) dat je niet van huis wil vertrekken zonder een zoen van je moeder te hebben gehad, al ben je geen kind meer
7) als je ouders je afzetten bij je grootouders om er een week te logeren, dat je dan ’s avonds in je bed huilt omdat je je ouders mist, hoewel je erg veel zin hebt in die week bij je grootouders; niet willen dat ze zien dat je een beetje heimwee hebt, omdat je ze niet wil kwetsen
8 ) over straat lopen met een volle zak boodschappen die plots scheurt; gevolg: al je boodschappen verspreid over het voetpad
9) je weet dat je moeder achter je fietst en wil haar nog iets zeggen, na een tijdje hoor je een fiets dichterbij komen, je begint je relaas en plots blijkt dat je tegen een wildvreemde bezig bent
10) je lach die misschien een beetje abnormaal klinkt
11) je figuur
12) waar je in gelooft, of je al dan niet gelooft
13) kindermisbruik
14) een moord
15) voor de grap tegen je broer zeggen dat je grootmoeder net overleden is, gewoon om te zien wat zijn reactie is
16) je ouders uitmaken voor het rot van de straat
17) dat je schoenen met hieltjes aanhebt, waarvan er één een beetje stuk is en je de hele tijd afwisselend een mooi klakgeluid maakt en bij de volgende stap een schel geluid van een ijzeren punt die de grond raakt
18) iets grappigs vertellen dat niemand grappig blijkt te vinden
19) egoïstisch zijn
20) een snoepje stelen uit een winkel
21) achter iemands rug slecht spreken over die persoon
22) hoe je overkomt naar de buitenwereld toe
23) in het buitenland nog zo je best doen om de lokale taal te gebruiken in contact met de inwoners van dat land en er maar niet in slagen
24) dansen, omdat je weet dat je het niet goed kan
25) dat je niet weet hoe het voelt gekust te worden
26) als je beloofd had iemands geheim te bewaren en het al dan niet opzettelijk toch verklapt
27) je outfit
28) je moet dringend ergens naartoe, maar hebt thuis net erg gehuild; de tranen zijn opgedroogd, maar je ogen zien nog rood, en dan maar hopen dat niemand het ziet
29) vluchtmisdrijf plegen
30) in een volle aula je hand opsteken om iets te vragen aan de docent
31) over de speelplaats lopen, bang om uitgelachen te worden
32) ergens van overtuigd zijn, het in geuren en kleuren aan de man brengen, totdat blijkt dat je het niet bij het rechte eind had met je veronderstelling (en daar dan op gewezen worden)
33) als volwassene nog steeds graag naar liedjes van Samson & Gert en zo luisteren
34) als je plots merkt dat je net je regels hebt gekregen en dat je er niet op voorzien was met alle gevolgen van dien
35) dat iemand die boven je staat je een vraag stelt en dat je geen antwoord hebt, dat je geen idee hebt waar het over gaat
36) dat je thuis financieel krap bij kas zit
37) dat je nooit hebt leren zwemmen/fietsen/…
38) in de winter uitglijden over het ijs in een drukke winkelstraat
39) over het feit dat je huis na twintig jaar nog steeds niet in orde is, bv. dat de muren nog altijd alleen maar zijn bepleisterd
40) dat je de verjaardag vergeet van iemand die je nauw aan het hart ligt
41) hoe je op een foto staat
42) slechte punten op school (ev. incl. de bekendmaking ervan aan je ouders)
43) vertellen aan een vriend hoe je je vanbinnen voelt, blijk geven van je kwetsbaarheid
44) zingen op de fiets wanneer er plots iemand voorbij rijdt/wandelt/…
45) als je na je examen de deur van de aula maar niet open krijgt, omdat die gewoon wat klemt, terwijl er nog tientallen mensen examen aan het afleggen zijn
46) je ware gevoelens voor een bepaald(e) jongen/meisje
47) je seksuele geaardheid
48) voor de tijd die je in de gevangenis hebt doorgebracht
49) naar een verjaardagsfeestje gaan, waarvoor je je moet verkleden
50) als je net een optreden in de muziekschool achter de rug hebt voor je instrument en je zelf weet dat je ‘heel veel fouten’ hebt gemaakt en je het liefst onmiddellijk de zaal uit zou willen rennen maar je niet kan
51) je gewicht
52) puistjes
53) roos in je haar
54) beseffen dat je in een brief aan een belangrijke, professionele instantie, die je net hebt verzonden, een dt-fout/spellingsfout hebt laten staan
55) een moedervlek
56) een litteken
57) dat je vooraan in de klas een spreekbeurt moet geven
58) iets zeggen dat de ander kwetst
59) je eigen naaktheid, zowel letterlijk als figuurlijk
60) je persoonlijke voorkeuren op allerlei vlakken
61) dat je als vrouw voor een tijdje op een mannenfiets moet rijden, omdat jouw fiets bij de fietsenmaker is/momenteel niet beschikbaar is
62) op straat mensen in nood (bv. bedelaars, een kind dat viel, iemand wiens portefeuille op de grond valt) niet helpen en ze straal voorbijlopen, hoewel je weet dat dat niet het juiste is
63) onwetendheid
64) je kan niet goed tekenen
65) te laat komen op een afspraak
66) een afspraak vergeten
67) in een pashokje een kledingstuk niet meer uitkrijgen
68) een belofte niet nakomen
69) tijdens een gelegenheid waarvoor het de bedoeling was dat iedereen zelf iets klaarmaakte/bakte om op te eten, merken dat jouw creatie er het minst smakelijkst uitziet
70) de gedragingen, houding, woorden van een ander
71) je grootte
72) in deze hoogtechnologische wereld niet in het bezit zijn van een computer/een gsm omdat het je aan middelen ontbreekt om er je één aan te schaffen
73) je kind te vondeling leggen
74) in dronken toestand verschijnen op een formele bijeenkomst
75) kindsoldaten rekruteren
76) dat je in een overladen circustent uit het publiek gepikt wordt om tijdens de show te assisteren
77) dat er na meer dan een jaar nog altijd geen nieuwe regering is in België
78) haatmails sturen naar Frank Deboosere om hem te zeggen dat hij de dood van de 5 slachtoffers van het Pukkelpopdrama op zijn geweten heeft
79) er op een feest in het bijzijn van al je vrienden niet in slagen een champagnefles te ontkurken, hoe hard je het ook probeert
80) tijdens het optreden van een koor waarvan je lid bent, plots een valse noot ten tonele brengen, hoewel je zo lang op de liedjes had geoefend
81) plots merken dat je je T-shirt/trui achterstevoren of binnenstebuiten aan hebt
82) je trouwring kwijtspelen
83) iemand straffen voor iets waar die persoon voor niets tussen zat/iemand iets verwijten waarvan je weet dat die persoon er niets mee te maken had
84) de schuld op iemand anders steken
85) je moeder niet helpen in het huishouden, enkel en alleen omdat je geen zin hebt
86) lachen met de ellende die een ander doormaakt
87) toezien hoe iemand lijdt en er geen actie tegen ondernemen (bv. hongersnood in Afrika, natuurramp)
88) een beugel moeten dragen
89) huilen in het openbaar
90) zonder toestemming van de betrokken persoon binnendringen in zijn of haar privéleven (bv. paparazzi)
91) iets niet durven (bv. niet van de springplank in het zwembad durven springen, niet in het diep durven zwemmen)
92) je volledig laten gaan tijdens een dessertbuffet, terwijl je beloofd had gezonder te gaan eten
93) je moet voorlezen tijdens een eucharistieviering en je leest de verkeerde tekst voor
94) na een feest bij een vriend(in) thuis was je mee af en plots laat je een duur wijnglas uit je handen glippen, waarna het met veel lawaai de grond ontmoet
95) zeggen ‘Amai, ’t is hier stil. Is er iemand gestorven of zo?’, wanneer niet veel later blijkt dat dat ook echt het geval is
96) verhaal van een meisje dat een jaar in Finland verblijft met AFS (2011-09-06): “Ik zit hier nu in Finland en ik ben volop bezig de woordjes te leren. Dat lukt natuurlijk niet altijd even goed. Ik durf soms wel eens een woordje te zeggen dat totaal verkeerd is. Zo was ik de tweede dag volop bezig post-its te kleven in het huis. Ik plakte op de sofa ‘paikka’, want mijn woordenboek zei dat het ‘zetel’ betekende, maar het bleek ‘van mij’ te betekenen. Het was wel een beetje gênant toen mijn gastmoeder mij daarover aansprak.”
97) ontbossing
98) je ouders/bepaalde familieleden
99) je kleding/je schoenen
100) vrienden die zich zat drinken
101) zelfmoordgedachten hebben
102) je even heel ongelukkig voelen
103) allergie
104) rommel in je huis als je bezoek hebt
105) op kamp toch maar 2x/dag je tanden poetsen, net als alle anderen, om niet te moeten toegeven dat je het bij je thuis eigenlijk maar 1x/dag doet
106) je voor- en/of familienaam
107) je schamen omdat je je schaamt
Leuke filmpjes, ga ik proberen
BeantwoordenVerwijderen